Bij archeologisch onderzoek op het voormalige PTT terrein in hartje Den Bosch is deze week een opmerkelijke vondst gedaan. Er werd een kan opgegraven in de onderzoeksgleuf die als eerste werd onderzocht en waar de funderingen van zes eenkamerwoningen werden blootgelegd.

 

De Oude Hulst, toen nog Weversplaats geheten, stond aan de straat het hoofdhuis en een rijtje van zes cameren. Daar langs liep het steegje Achter het Lam. De Weversplaats en omgeving was, zo stelt Erfgoed, oorspronkelijk een wijk van textielbewerkers.

 

Het gaat om de onderzoeksgleuf waar in de 18e eeuw op die oudste eerdere huizen de cameren zijn gebouwd. Die bestonden uit een kamer en daarboven een zolder waar een compleet gezin woonde. De cameren werden min of meer geëxploiteerd door de bewoner van het hoofdhuis aan de straatkant (Oude Hulst/ Weversplaats). De kan zat onder de lemen vloer van een daarvoor middeleeuws huisje van rond 1530. Die kan was bedoeld om boze geesten af te schrikken. Eerder hebben Bossche archeologen ook al een dergelijk soort kan aangetroffen.

 

Naast een van de voordeuren kwam bij het graven ook al een beerput vrij, waarvan alle bewoners voor hun behoefte gebruik maakten. Later deze week kwam er in de even verderop gegraven onderzoeksgleuf nog een beerput vrij