De openbare ruimte wordt steeds vaker gebruikt voor het versterken van biodiversiteit, klimaatadaptatie en wateropvang. We beheren een groot deel van het groen volgens ecologische uitgangspunten. Daarom maaien we langs wegen, oevers en in het buitengebied 1 tot 2 keer per jaar. Hierdoor ontstaat ruw gras. Dit gras oogt wat ruiger en hierin zitten vaak bloemen en kruiden.

We maaien op 2 momenten in het jaar. We maaien één derde van het ruwe gras in beide maairondes, de rest maaien we alleen in de laatste maaironde (september- oktober). De eerste maaironde is gestart en loopt tot eind juli.

Nu maaien om bloemen te behouden

Door 1 tot 2 keer per jaar te maaien ontstaat ruw gras met verschillende bloemen en kruiden. Wilde bloemen zijn belangrijk voor vlinders en bijen. Maar onder voedselrijke omstandigheden groeien grassen harder en verdringen de bloemen. Om bloemen de kans te geven om mooi tot bloei te (blijven) komen, moeten we de grond voedselarm houden en dus maaien. Helaas ook als de bloemen in bloei staan. Doen we dat niet, dan neemt het gras de overhand en bloeien er over een tijdje geen bloemen meer.

We laten het maaisel even liggen

Om te voorkomen dat het gemaaide gras voedingstoffen afgeeft aan de grond, wordt het maaisel na 3 tot 7 dagen geruimd. Insecten en andere soorten krijgen zo de kans eruit te kruipen en het zaad kan zich verspreiden. Bij elke maaibeurt blijft ook een klein gedeelte staan, zodat insecten een leefgebied, voedsel of voortplantingsplek houden.

Naast ruw gras hebben we ook kort gras (gazon) in onze gemeente. Je ziet dit bijvoorbeeld in parken en in woonwijken waar wordt gesport en gespeeld. We maaien de gazons 16-25 keer per jaar.

 

error: Niet toegestaan