We besteden veel geld aan het bestrijden én voorkomen van overlast door plaagsoorten en exoten: planten en dieren die ons hinderen in onze waterschapstaken. Een deel van deze plaagsoorten hoort überhaupt niet in de Nederlandse natuur thuis. Vaak zijn deze soorten ons land binnengekomen als sierplant voor in de tuin, of als vijver- of aquariumplant. We kunnen het daarom niet vaak genoeg benadrukken: gooi snoeiafval, aquarium- of vijverplanten en vissen NOOIT in of bij sloten, beken of rivieren. Ook al is dit goedbedoeld.

De zogenaamde invasieve exoten, ofwel soorten uit andere delen van de wereld, voelen zich in Nederland erg welkom omdat ze hier geen natuurlijke vijanden hebben. Als waterschap zijn we gastvrij ten opzichte van nieuwkomers, maar niet als ze de natuur in ons gebied schade toebrengen. Soorten met een negatieve invloed op het waterbeheer bestrijden we.

De Grote waternavel en Watercrassula vormen dikke matten op het wateroppervlak. Zonlicht kan dan niet meer doordringen onder water, waardoor andere waterplanten geen kans meer hebben. Als die afsterven neemt ook de hoeveelheid zuurstof onder water af. Kleine waterbeestjes die van de planten leven verdwijnen, en voor vissen wordt het ook erg moeilijk. Ook kunnen plaagsoorten zorgen voor verstopping van duikers, waardoor doorstroming wordt gehinderd. In watergangen waar deze soorten voorkomen, verwijderen we – mits dit verantwoord kan – de planten meerdere keren per jaar en voeren we het materiaal zorgvuldig af. Het is van groot belang dat dit erg voorzichtig gebeurt, omdat elke snipper van een plant ergens anders weer een nieuwe besmetting kan veroorzaken. De hoeveelheden die we verwijderen zijn gigantisch.

 

 

error: Niet toegestaan