(Heemkundekring Rosmalen/Ons Rosmalen)

Door: Ronald van Grinsven & Antoinette van Grinsven – Raijmakers

“De hoge noot” ooit de titel van een aflevering van “Toen was geluk heel gewoon” een prachtige serie. U vraagt zich natuurlijk af wat heeft die serie met dit verhaal te maken, daarin gaan we terug naar 1982. Het jaar dat ik net als zovelen in die tijd naar de “grote” school ging.

Sommige gingen hier in Rosmalen naar school, maar een groot deel ging ook naar school in de grote stad. Voor velen een spannende periode van ons “durpke” naar de grote stad, ook voor mij was dit het geval. Een grote school, het onbekende, een gevoel als jaren terug. Toen ons mam me afzette bij de lagere school en zei; “jongen, je wordt groot”. Trots en gespannen en aarzelend over die drempel. Een plek die na 6 jaar werd vervangen, op de fiets, trappend naar LTS Oost. Aankomend de fiets in de stalling, je boekentas zo zwaar als lood tillend, naar de grote deur.

Zoekend naar het juiste klaslokaal dat per les ook weer vaak veranderde. Al kijkend voelde je klein als een brugpieper een weg zoekend in de massa. Ik was niet de enige die vanuit ons Rosmalen kwam. De weken vlogen voorbij en je was al weer gauw gewend op de school. Ik ben heel eerlijk, echt braaf op school was ik niet. Het koken wat we daar moesten leren was toch niks voor mij. De lerares stelde het niet zo op prijs als ze een pot zout zag belanden in de pan met aardappelen van je achterbuur. Ze vroeg ook regelmatig om het eten, vooral de pannenkoeken van het plafond te schrapen.

Uiteindelijk moest je na twee jaar je vakgebied kiezen, nou ja kiezen was een groot woord, de richting Electro techniek werd het. Vonkentrekker in de volkse benaming het oudste beroep ter wereld, velen denken dat het de dames van lichte zeden waren. Maar uit recent onderzoek is gebleken dat voor God de aarde en het licht schiep, “de vonkentrekkers” de pijp en kabel al hadden gelegd voor het geheel. De opleiding, tja wat moet ik er van zeggen, ik moet wel bekennen dat ik er nu nog wel zaken van gebruik. Maar de beste lessen waren toch door vallen en opstaan. Ik was altijd blij als de bel ging en ik snel kon terug keren naar ons “durpke”.

Ik had sowieso niet veel op met school dat duurde mij te lang. Uiteindelijk heeft mijn school “carrière” niet lang geduurd, de school in de grote stad was voor mijn geen “thuis”. We spreken jaren later, de telefoon gaat, een oudere man vraagt aan me of ik iets heb aan een oud boek. Ik ken hem ergens van een vertrouwd gezicht. We staan ff te “buurten” als hij zegt; “ja ik was vroeger leraar”. Ik kijk hem aan en zeg dan ben jij mijn oude muziek leraar van de LTS. Tja toen kwamen de verhalen los. Zeer vreemd om na 38 jaar oog in oog te staan met een leraar die je al die tijd niet meer gezien hebt. Met muziek haalde ik die noot niet, maar emotioneel raakte ik hem vandaag toch ff aan, met een lach wel te spreken. Daar sta je dan met zijn tweeën te lachen om tijden van weleer, toen besefte ik dat ook in de klote schoolperiode voor mijn “geluk wel eens heel gewoon was”.