(Heemkundekring Rosmalen/Ons Rosmalen)

Door: Ronald van Grinsven & Antoinette van Grinsven – Raijmakers

…emigreren kan je natuurlijk op vele manieren.

Er zijn mensen die vanaf het buitenland naar een ander land gaan, je hebt ook mensen die van provincie naar provincie gaan … vele Rosmalenaren vertrokken ook naar verre oorden. Maar ons “durpke” werd ook aangevuld door het zogenaamde “import”.

Zo ook “ons Netje”… afkomstig uit Zilland en na wat omzwervingen terecht gekomen in Rosmulle. Iedere Rusmollenaar kent natuurlijk het prachtige Zilland. Het walhalla van het uitgaansleven ten tijde van discotheek “De Morgenzon”. Ladingen vol bussen kwamen in de weekend toegestroomd zodat Zilland veranderde in een oase van bier, dansen, vrijen en muziek. Nu ik eerder het typetje van “café De Kobus” was en mijn wilde haren nog van alle kleuren voorzien waren beschouw ik dit als een mooie tijd in mijn alternatieve levensperiode. Zilland ook bekend van z’n halfvastenoptocht was van oudsher een dorp van plezier en vertier. Volgens betrouwbare bronnen schijn ik ook verwekt te zijn tijdens carnaval. Maar dit terzijde. Als dorpskind wilde ik mijn vleugels uitslaan in de grote stad. Om vervolgens te belanden in Arnhem. Dit bleek toch te groot en verkaste naar het dorp Apeldoorn. Mijn eerste optrekje wat ik had gezien was Paleis ’t Loo. Maar gezien de toch wat volkse buurt, heb ik er voor gekozen om toch eenvoudig in een rijtjeshuis te wonen. Gezien dat mijn troon toch hier niet helemaal paste en ik een eenvoudige boer uit “Rosmulle” leerde kennen ben ik terug naar het Brabantse land gekomen. Na een tijdje nog Zilland wat onveilig gemaakt te hebben gaf munne mens toch aan dat hij niet wilde verkassen uit zijn geliefde “durpke” Rosmulle.

In het begin was het natuurlijk als Zillandse ff wennen aan een nei durpke. Maar door de ouders en broer van munne mens voelde ik me al heel snel op mijn gemak. Dit werd versterkt doordat ik de “Rusmollese” mensen ook beter leerde kennen. Zij gaven en geven me nog het gevoel dat ik erbij hoor. Ik ben snel betrokken in de “Rusmollese” geminschap. Hierdoor ben ik ook lid geworden van de Heemkundekring Rosmalen. Dit heeft me laten zien wat het inhoud om een “Rusmollenoar” te zijn. Geeft om mekar en help mekar wanneer nodig. Dit is iets wat ik zeker ervaren heb in de Coronatijd toen we hier met vijf man sterk in quarantaine zaten. Niemand uit de buurt of familie was te beroerd om te helpen met boodschappen of andere dingen die we nodig hadden. Dit doet me ook wel denken aan het dorpsgevoel uit Zilland of misschien beter gezegd de Brabanders.

Mijn oudste dochter vertelde me afgelopen weekend hoe ze het verschil zag bij de sportschool in Gelderland en hier in Rusmolle. Zo makkelijk als de gesprekken en hulp gaat had ze nog niet zo warm ervaren. Dus ik dacht toen; “Ja, we zijn op onze plek”. Dit is het Rusmolle wat ik ook heb leren kennen. Daarom gaat deze emigrant niet meer verkassen. En blijft ze in dit “durpke”.

Stel munne mens had me destijds in Zilland ontmoet, zou hij me hebben zien staan? Het zwarte blousje en de spijkerbroek. De armen bloot, de gekleurde haren en ik stond daar ergens verlegen aan de bar in een hoek. Zou hij mij te dans hebben gevraagd of had hij misschien wel een cola voor me betaald. Had hij zijn “hobbelperd” gepakt en daar achterop naar “Rusmolle” genomen….dan had ik waarschijnlijk al veel eerder in dit prachtdorp komen wonen.