Ed en Willem Bever, John de Bever, de bevers van het spel Beverbende: stuk voor stuk goedaardige bevers die een lach op ons gezicht toveren. Met de échte knaagdieren ligt dat een stukje genuanceerder. De bevers bedoelen het goed, maar als ze met hun gegraaf een gevaar vormen voor de waterveiligheid, treden we op. Zoals nu, met een innovatief project bij het Groote Wiel aan de Empelse Dijk

Als de zon eenmaal achter de horizon is verdwenen, beginnen bevers aan hun avond- en nachtdienst. Ze laten zich niet snel zien en opereren deels onder de waterspiegel. Bijvoorbeeld in zogeheten wielen – meestal diepe overblijfsels van dijkdoorbraken – zijn ze uitstekend in hun element. Allemaal prima, maar bevers hebben ook de gewoonte om in deze dijken te graven. Daarmee brengen ze de dijken flinke schade toe, met alle gevolgen voor de waterveiligheid van dien. Daarom steken we hier, op een bevervriendelijke manier, bijna letterlijk een stokje voor met beverwerend gaas.

Beverwerend gaas: een stevige klus

Het aanbrengen van dat gaas is een stevige klus. Met een krachtige machine wordt het gaas tussen twee stalen platen van vier meter lang en twee meter breed geklemd, als een soort sandwich. Daarna wordt het geheel aan de oever van een wiel in de grond getrild, tegen de dijk. Als het gaas is geplaatst worden de platen opgetakeld en blijft het gaas achter. Het sluit perfect aan en heeft een levensduur van 120 jaar. Hierdoor kan de bever zijn of haar tanden voorlopig niet meer in de dijk zetten.