Wist je dat het woord ‘water’ de afgelopen 100 jaar (en nu nog steeds) op heel veel verschillende manieren is uitgesproken? Tussen het oosten en westen van Brabant is een duidelijk verschil. In de vorige eeuw stelden taalkundigen deze dialecten vast.
Oost versus west
Een belangrijk verschil tussen oost en west is de klinkerlengte. Waar die in West-Brabant lang is (waoter), is die in ons werkgebied juist kort. In Midden-Brabant duikt voor het eerst een korte klinker op: wòtter, dat verkort is vanuit waoter. Wòtter vinden we ook in de noordelijke helft en het zuidwesten van Oost-Brabant. Daartussenin wordt wátter gezegd, dat de a van water heeft maar dan half zo lang. Den Bosch en Vught zijn een opmerkelijk waoter-eilandje in het wòtter-gebied.
Nog meer variatie
Het Land van Cuijk wijkt af. Daar vind je on-Oost-Brabantse lange klinkers: water en waëter. Daarmee sluit het Cuijks aan bij het Noord-Limburgs, dat ook water heeft.
Op de kaart
Op onderstaande kaart zie je hoe ‘water’ per gebied werd uitgesproken. Hierop staan de plaatsen met een lange klinker in het groen: waoter (lichtgroene druppel) en water of waëter (donkergroen). De plaatsen met korte klinkers zijn blauw: wòtter (lichtblauw) en wátter (donkerblauw). Deze kaart is gebaseerd op dialecten zoals ze werden gesproken tussen 1940 en 1966. De dialecten zijn sindsdien veranderd (Bron: Brabants Erfgoed).
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.