Een op de tien gezinnen in Den Bosch leeft in armoede. Ze redden de maand niet of maar nét. Ruimte om een tegenvaller op te vangen is er niet. Zoals een kapotte koelkast. Dan zit men met de handen in het haar.
Een functionerende koelkast of wasmachine behoort simpelweg tot de basisbehoeften. De fractie van de Bossche PvdA verkeerde dan ook in de veronderstelling dat armoederegelingen voorzien in vervanging van kapot witgoed (koelkast, wasmachine, fornuis of stofzuiger) bij langdurige armoede. Dat bleek een misvatting.
Inwoners die een beroep doen op de bijzondere bijstand krijgen een afwijzing onder het motto: ‘daar moet u zelf voor sparen.’ Overtuigd dat er sprake moest zijn van een misverstand deed fractievoorzitter Pieter Paul Slikker na melding van inwoners navraag bij de armoedepartners. Wat blijkt, er is géén witgoedregeling voor mensen in langdurige armoede. Inwoners worden verwezen naar Vincentius voor een tweedehandsje en omdat die er vaak niet is onderzoekt men de optie om tegen een maandelijkse huur witgoed te gaan leveren. Consequentie: de maandlasten stijgen waar sappelen nu juist de reden was dat een kapotte koelkast of wasmachine niet vervangen kon worden.
Ook leert navraag dat de armoedepartners met regelmaat gevraagd hebben om een witgoedregeling zoals die in veel andere steden de normaalste zaak van de wereld is. Dat heeft vooralsnog niet geleid tot resultaat.
PvdA-fractievoorzitter Pieter Paul Slikker vraagt het college om op korte termijn een fatsoenlijke witgoedregeling in het leven te roepen. Dat horen we op orde te hebben voor mensen die sappelen.’