De Wedstrijdzwemmers van De Treffers Rosmalen hebben hun comfortabele voorsprong in de zwemcompetitie niet meer weggegeven. De Zandhazendurpers zijn hiermee kampioen geworden van de Regionale B-klasse, en komen volgend seizoen uit in de A-klasse, het hoogste regionale niveau.

Vanaf ronde 1 ging de ploeg aan kop, en elke ronde werd de voorsprong groter. Aan het eind van de vierde en laatste ronde bleek het gat met de nummer 2, Hellas-Glana uit Sittard/Geleen, 5 minuten en 58 seconden.

Dat werd pas ’s avonds laat officieel, toen alle andere verenigingen hun resultaten hadden geüpload. Het kon dus pas maandag tijdens de training worden gevierd, met een rondedansje in het water op “We are the Champions”.

Vorig jaar net niet

Ouders die in uiteenlopende rollen hebben bijgedragen aan het succes, noemen “de passie en bevlogenheid die je iedere training en iedere wedstrijd weer ziet bij de coaches”. Die maakten volgens hen het verschil.

Trainer Bertram Westera relativeert dat. “Ik denk zeker dat onze aanpak zwemmers heeft geholpen beter te worden. Maar daar ben je coach voor. En als ik eerlijk ben: met zo’n grote groep zwemmers die met zoveel plezier zo competitief wil zijn, is het niet zo moeilijk om passie en bevlogenheid te voelen.”

De stijgende lijn van De Treffers werd vorig seizoen al ingezet met een vierde plaats, waarmee promotie op 20 seconden werd misgelopen. Ook werd de ploeg steeds zichtbaarder op de Regiokampioenschappen. Is die stijgende lijn vol te houden?

Jonge honden van tegen de zestig

“Daar gaan we ons best voor doen, maar belangrijker vind ik de vraag: gaan we er volgend jaar weer net zo veel plezier aan beleven, of zelfs nog méér? Op dat punt kan ik niet anders dan vertrouwen hebben in deze groep. Zes jonge zwemmers maakten dit seizoen hun debuut in de competitie: Isabella Albano, Youp de Groot, Thomas Heesakkers, Mia de Ruiter, Olivia van Rumpt en Brechtje van de Water. Volgend seizoen komen daar jongens als Adrian Janse van Rensburg en Wessel Vis bij…  Een compleet nieuwe generatie, met, naast zwemtalent, de wil en het vermogen om bij te leren, én om er samen, als groep, voldoening uit te halen!”

“Niet dat de oudere zwemmers dat minder hebben hè! Ook op de leeftijd van 13 tot 18 jaar zie ik veel potentieel, motivatie én groepsgevoel. En daarboven… Mannen van in de twintig tot tegen de zestig voelen zich als een stel jonge honden in deze groep. En een recreatieve lange-afstandszwemster van 33 kreeg na jaren weer de kriebels, zocht de competitie en de strijd weer op, en heeft de vibe van de huidige groep meteen te pakken. De allereerste keer spraken de jonge meiden met wie ze in de estafette moest zwemmen haar met “u” aan, maar dat was meteen ook de laatste keer… “

Gevaarlijke outsiders

“Er zit zoveel zwemplezier in deze groep, en de jonge instroom maakt dat alleen maar méér. Nu waren het nog anderen die voor de punten zorgden, maar komend seizoen zullen we ook op deze verse krachten kunnen steunen!”

De komende twee maanden bereiden de kersverse kampioen zich voor op het Open Nederlands Masterkampioenschap en het Regiokampioenschap op de lange baan. Kunnen we veel Treffers op het podium verwachten?

“Niet heel veel. Een belangrijke medaillekandidaat is kort na het NK junioren gestopt met zwemmen, en met een stuk of vijf landelijke topclubs die deelnemen, zijn onze snelle zwemmers sowieso eerder gevaarlijke outsiders dan favorieten. Vooral doordat de meesten dit jaar in een nieuwe leeftijdsgroep zwemmen. Vorig jaar, in de leeftijdsgroep eronder, waren ze de oudsten, nu zijn ze de jongsten. En ja, wie meedoet, heeft kansen en wie niet meedoet niet. Maar favoriet zijn ze zeker niet, en dat weten ze. Ze hebben geduld. Volgend seizoen zijn hun kansen veel beter, en zo trainen we ook: verder kijkend dan die ene wedstrijd, die misschien te vroeg komt voor wat je wilt laten zien.”

Fit en fris

En voor wie niet naar die kampioenschappen gaat, zit het seizoen erop?

“Dat zou heel onverstandig zijn. Ten eerste: goede en gemotiveerde zwemmers op de reservelijst zijn ontzettend fijn als er in een estafette iemand uitvalt. We hebben op het laatste korte-baankampioenschap geloof ik wel elf estafetteteams kunnen maken, maar daarin ook uitvallers moeten noteren. Dan ben je als coach heel blij als niet alleen de snelsten in je team, maar ook degene die reserve staan, fit en fris zijn, en voorbereid op hun rol.”

“Maar daarnaast: de zwemmers die net iets minder de snelheid hebben, zijn wel enorm waardevolle trainingsmaatjes voor degenen die op zo’n toernooi in de individuele nummers uitkomen. Zij komen niet in de krant met bekers en medailles, maar dankzij hun dienende rol staat het team als geheel er wel veel beter voor. Plus: zij maken een groot deel van de sfeer, en zijn een voorbeeld voor jonge zwemmertjes. Daarvan willen we dat ze begrijpen, dat sport niet per se hoeft te draaien om “sneller zijn dan een ander”. “Je eigen grenzen verleggen terwijl je samen lekker beweegt” is óók helemaal oké!”