(Heemkundekring Rosmalen/Ons Rosmalen)

Door: Ronald van Grinsven & Antoinette van Grinsven – Raijmakers

Tja wie kent hem niet de oeroude èrrepel, die al gegeten wordt naar schatting zo’n 12.500 jaar.

De plant die oorspronkelijk zijn “roots” heeft ergens in het huidige Zuid Amerika. Rond 1536 werd deze plant meegenomen door een Spaanse ontdekkingsreiziger, naar het Europese vasteland. Vandaar uit waren het de monniken die de plant verder verspreiden over het Europese vasteland.

Het waren de boeren de vooral in eerste instantie sceptisch stonden tegen over deze plant, gezien de stengels van de plant giftig waren. Men dacht dat de knollen die wij nu kennen als de aardappel ook wel giftig zouden zijn. Men gebruikte de “knol” voornamelijk voor varkensvoer, of eten voor de armen. Pas ergens rond 1717 werd de aardappel in Friesland als eerste gezien als volwaardige voeding. De aardappel vol met vitamine C werd vaak meegenomen op zeereizen.

Hier in ons “durpke” werd de aardappel ook volop geteeld. In armoedige tijden stonden de aardappel ook in vele tuinen. Bij ons stonden ze vroeger ook in de voortuin wist ons pa te vertellen. Als kind zie ik mijn oom nog met volle zakken van die knollen komen en werden deze zorgvuldig in een grote houten bak in de kelder gegooid, zodat we heel de winter vooruit konden, totdat de “nieuwe aardappel” kwam.

Nou vraagt u zich misschien af wat die “knol” met vakantie te maken heeft? Die “knol was de oorzaak van wat men nu de “herfst” vakantie noemt. In deze periode werd de aardappels met de hand gerooid veel anders dan nu met die grote machines. De boerenkinderen werden van school gehouden om met zijn allen op het land die verrekte knollen te rooien.

Men beschouwt de “èrrepel” als oer Hollands maar dat is de plant dus niet. Dat de “knol” hieruit is gegroeid tot een soort eetbaar cultureel erfgoed is natuurlijk een ander verhaal. En dat die “oer” oude “knol” nu de kinderen nog veel vakantieplezier geeft is voor hen mooi meegenomen. Het ergste is als je zo’n verhaal aan het schrijven bent, Dat je denkt aan die andere lekkernij die van deze “knol” is voortgekomen, jawel de frietjes. Ik denk dat we straks maar even langs de ‘Vos’ rijden voor een bakje van die overheerlijke stengels.

De “errepel” is niet meer weg te denken uit ons mooi Brabant, dat moet Vincent, je weet wel die iets met zijn oor had gedaan ook gedacht hebben destijds toen hij een van zijn beroemdste werken maakte, de “aardappeleters” geschilderd in Nuenen. Maar als ik heel goed naar het schilderij kijk zie ik toch mensen uit Rosmalen……

Zou ons “durpke” dan toch zijn eigen “èrrepel-eters” hebben?